De officiële naam van de dumbo octopus heet: Grimpoteuthis. Je vindt deze beestjes zowel in de Atlantische als in de Stille Oceaan op een diepte van ongeveer 2,5 kilometer. Er is kennis van 14 soorten, waar maar heel weinig informatie over is.
De Grimpoteuthis heeft zijn naam dumbo octopus gekregen vanwege zijn kleine vinnen, die op oren lijken. Hij wordt ongeveer 20cm groot en zijn lichaam is zacht en geleiachtig.
De octopus beweegt zich voort door zijn armen en vinnen op en neer te bewegen. Hij zwemt dus door met zijn 'oren' te flapperen.
De octopus gaat alleen naar de bodem van de zee om voedsel te zoeken. Hij eet slakken, wormen en ander gelijkwaardig voedsel.
De dumbo octopus wordt nog niet als een bedreigde diersoort beschouwd.
De Guanaco
Klasse: Mammalia (zoogdieren)
Superorde: Cetartiodactyla (evenhoevigen en walvissen)
Orde: Artiodactyla (evenhoevigen)
Familie: Camelidae (kameelachtigen)
Geslacht: Lama
Guanaco's komen uit het westen en zuiden van Zuid-Amerika, van Peru tot aan Patagonië. Ze zijn verwant aan de kamelen, wat je ook duidelijk aan het uiterlijk kunt zien. Guanaco's geven de voorkeur aan koude gebieden- vooral grasland, maar ook struikgewassen en bossen, tot op hoogte van 4000m. Ze weiden en grazen in grassen en struiken naar mos en schimmels. Met hun lange poten bewegen ze snel en behendig over het grove landschap. Typische familiegroepen bestaan uit één mannetje met vier tot zeven vrouwtjes en hun jongen. Mannetjes verjagen vijanden die de vrouwtjes willen stelen. Vrouwtjes krijgen om het jaar een jong. De zwangerschap duurt 10 tot 11 maanden. In het noorden verlaten de jongen na een jaar de familie. In het zuiden is dat na twee jaar. Jonge mannetjes vormen vrijgezellengroepen; oudere mannetjes leven alleen. Lama's en Alpaca's stammen af van 6000 tot 7000 jaar geleden gedomesticeerde wilde guanaco's. Ze worden gehouden door mensen in de Andes voor hun wol (vezel), vlees en huiden.
Via http://www.wietskes-beautyweb.blogspot.com/ zag ik een artikel over een nieuwe hype in China wat betreft sleutelhangers. Geloof het of niet, maar in Beijing worden sleutelhangers verkocht voor €0,50 met daarin kleine vissen, schildpadjes en jonge reptielen. Te gek voor woorden.
De verkoper van de sleutelhangers verzekerd de klanten dat er een speciale vloeistof in de zakjes zit, met zuurstof en voeding, wat natuurlijk nergens op slaat.
Bron: http://photoblog.msnbc.msn.com/_news/2011/04/12/6456091-live-fish-and-reptiles-sold-as-keychain-fashion-accessories
Één van mijn katten, kan het af en toe niet laten eens een plasje te plegen op de fauteuil in de woonkamer. Nu ben ik eens gaan speuren op internet en heb ik wat informatie kunnen vinden.
Wat kan hiervan de oorzaak zijn ?
- Gezondheidsproblemen: Nierziekte, diabetes, blaasontsteking
- Verlatingsangst: Je bent vaak weg en om het gemis te compenseren laat de kat zijn geur achter
- Territorium gedrag: Op deze manier bakent de kat zijn of haar territorium af
- Verhuizing, andere meubels, inrichting: Er is iets veranderd in het huis waar de kat niet tevreden mee is. Hij of haar laat zijn protest zien door te gaan plassen.
- Problemen met de kattenbak: Sommige katten vinden de kattenbak al snel te vuil, of vinden het vies wanneer meerdere katten naar dezelfde kattenbak gaan. Ook kan de kattenbak te klein zijn, niet goed ruiken of wordt de kattenbakvulling te vaak veranderd van merk.
Wat kun je doen?
Je kunt eerst nagaan of de kat gezondheidsproblemen heeft. Ook kun je valeriaan in de kattenbak doen. Katten vinden dit een lekker geurtje en zullen dus sneller naar de kattenbak toegaan. Veel katten zijn ook dol op chloor, ammoniak en bleekwater. Maak met deze producten dus nooit de plek schoon waar de kat heeft gesproeid/geplast! Ook is het handig om de kat niet te straffen voor zijn daden, hiermee kun je het probleem vergroten.
Het is heel moeilijk om de daadwerkelijke oorzaak te vinden. Zo kun je kattenbakvullingen uitproberen, de kattenbak terugzetten op zijn oorspronkelijke plek of er een kattenbak bijkopen.
Tijdens één van mijn stages, heb ik mogen werken met geweldige, leuke apen. Helaas kwamen veel van deze apen uit proefdierlaboratoria, die duidelijk sporen hadden nagelaten op de apen. Ik stond er niet bij stil hoeveel dieren nog steeds worden gebruikt als 'testers'. Ik besloot om er daarom wat meer op te letten. Als eerste ben ik begonnen met het kijken naar dierproefvrije make-up. De merken in het lijstje hieronder zijn allemaal dierproefvrij.
Dierproefvrije cosmetica merken:
De blobfish of fathead
Soorten bekend: 13
De blobfish leeft op grote dieptes van de zee van Australië en Tasmanië. Door de druk op deze plaatsen, is het voor mensen haast onmogelijk om er heen te gaan.
Doordat de dichtheid van de massa van de blobfish nauwelijks verschild met water, kan de blobfish drijven en bespaart hij zo een hoop energie.
Doordat de blobfish bijna geen spieren heeft, hapt hij naar alles wat voorbij drijft, om zo toch een beetje voedsel binnen te krijgen.
Ik zal zo vaak mogelijk, dieren in de spotlight proberen te zetten, met daarbij een stukje informatie. Het dier dat deze week in de spotlight staat is de Siamang.
De Siamang
Populatie: ca. 160.000
Orde: Primaten
Onderorde: Apen en spookdiertjes
Familie: Gibbons
De Siamang is met zijn stahoogte van anderhalve meter de grootste gibbon. Hij maakt ook het meeste geluid en vormt de hechtste familie. Het (dominante) vrouwtje, het mannetje en één of twee jongen bevinden zich max. dertig meter uit elkaar en meestal minder dan tien meter. Over 60% van hun voedsel bestaat uit bladeren en 30% uit fruit, met nog wat bloesem en kleine diertjes zoals larven. Een gezin heeft een woongebied van 47 hectare, maar verdedigt maar 60% van zijn territorium. Dit doen ze vooral met hun harde geschreeuw. Het mannetje zou schreeuwen om het andere mannetje af te schrikken, terwijl het vrouwtje langer en karakteristieker zou 'blaffen' om haar territorium te verdedigen. De Siamang heeft een zwarte, ruige vacht. Het mannetje is iets groter dan het vrouwtje en voorzien van een plukje haar op zijn genitaliën. Dit plukje haar lijkt op het eerste gezicht op een staart.